top of page

Poëzieslangenkuilen

Er gaan weer heel wat kettingbrieven de ronde. In die goede oude tijd waren dat nog brieven door de postbode gebracht waarbij je werd aangemaand om iets te doen en nadien de brief te vermenigvuldigen. Deed je dat niet, dan werd je vervloekt tot in het zevende geslacht. Die brieven kom ik gelukkig niet meer tegen: de brieven zijn niet meer fysiek, én de toorn is weg.


De ‘brieven’ komen wel terug in andere vormen: hartjes doorgeven via messenger, berichten knippen en plakken via facebook (niet gewoon delen, want dan werkt het niet 😉 ), …. Aan dit soort lokroepen kan ik gemakkelijk weerstaan.


De laatste weken was er een poëzieslang in omloop, en die deed wel een appèl op mij. Het deed me bijna in mijn valkuil, in dit geval eerder slangenkuil, stuiken. De toon was wel uitnodigend, maar de formulering op het einde was naar mijn aanvoelen eerder directief: indien je niet meedoet aan de ketting, laat het dan weten, anders verbreek je de ketting. Dat voelde toch aan als een verplichting. Dan komt mijn tegendraadsheid naar boven, de laatste jaren ben ik meer en meer rebels geworden. Ik heb niet meegedaan, en me ook niet verontschuldigd.


Want wat is die valkuil? Misschien daarvoor eerst teruggrijpen naar één van mijn talenten zoals Luk Dewulf die definieert. Ik ben een vertrouweling, en ik parafraseer Luk vanuit zijn Talenten Kaartenset:



"Op een of andere manier slaag je er altijd in om een context te creëren

die zo veilig aanvoelt

dat mensen je meer vertellen dan dat zij oorspronkelijk van plan waren….".



Een valkuil die hieruit voortvloeit is met iedereen trachten in diepe verbinding te gaan. Soms mispak ik mij echter aan mensen, en slaag ik er niet in om die ‘safe space’ om te vormen tot een ‘brave space’: veiligheid creëren van waaruit men moedig durft te zijn en zo openlijk dingen met elkaar kan delen, in alle vertrouwen en kwetsbaarheid. Dat doet dan pijn, veel pijn. Een andere valkuil is bij elke vraag me geappelleerd te weten, en vroeger zou ik op een kettingbrief misschien ingegaan zijn. Nu dus niet meer. Bovendien ben ik onvriendelijk, want ik antwoord er zelfs niet op, ook al kwamen de vragen van mensen die me genegen, zelfs dierbaar zijn….


Er staat immers geschreven (ook in het schone boek van Luk) dat je je hefboomvaardigheden moet ontwikkelen, een vaardigheid die er voor moet zorgen dat je niet in je valkuil belandt. Voor een vertrouweling is dat:



‘’Wees je bewust van waarop je invloed hebt en betrokken bent. Trek duidelijk grenzen in waar je je wilt door laten meeslepen".



Voila, het staat er: grenzen trekken is een deel van zelfzorg. Voeg hierbij de nodige mildheid naar jezelf wanneer eventueel schuldgevoel hierbij de kop opsteekt.


En ik moet iets bekennen. Ik heb weinig voeling met poëzie… Ik kan er wel van genieten, maar ik ga er niet naar op zoek. Er is één gedicht dat ik ken en zelfs koester. Het komt, godbetert, uit mijn cursus Algebra van professor Alfred Warrinnier, eerste kandidatuur wiskunde-informatica. Zet u schrap…


"Hâtez-vous lentement ; et, sans perdre courage,

vingt fois sur le métier remettez votre ouvrage :

polissez-le sans cesse et le repolissez ;

ajoutez quelquefois, et souvent effacez."


Nicolas Boileau (1674)




Om het goed verstaanbaar te krijgen: het gaat over een smid, en le métier is in dit geval een aambeeld.



Na het citeren en uitleggen van dit gedicht aan tafel, repliceert Laure ‘Oefening baart kunst’ dus. Waarop ik zeg ‘inderdaad, maar de Fransen zijn eloquenter’. Waarop Simon provoceert met ‘spauwen dus’. Tja, normaal gezien zou ik zo’n taal niet dulden en hier ook grenzen stellen. Ik kon echter mijn lach niet inhouden…

118 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page