Dankzij de Ritch Tribe geleid door Daisy, leerde ik Kelly van Pit&Co kennen. Kelly en ik zitten voor vele zaken op dezelfde golflengte, zo blijkt uit onze ontmoeting die we onlangs hadden. Tijdens de wandeling hadden we het op een bepaald moment over het begrip ‘leiderschap’, en hoe besmeurd die term geworden is.
Wat we toen deden, en wat ik nu opnieuw ga proberen, is de term Leiderschap in ere herstellen. En terwijl ik dan toch bezig ben, ga ik ook een lans breken om bepaalde andere termen uit de klauwen van over-mondige mensen te halen, namelijk 'Vlaams zijn' en 'Spiritueel zijn'.
Ik ben een Leider!
De menselijke aspecten uit het begrip leiderschap lijken wel verdwenen te zijn [1]. Leiderschap maakte plaats voor management, wat resulteerde in een maatschappij die voornamelijk oog had voor materiele zaken, en niet meer voor zingeving [2].
Bovendien wordt de term ‘leider’ voornamelijk gebruikt voor mensen met een formele, hiërarchische positie in een organisatie [3] waarbij bureaucratie zorgde dat zij minder en minder échte verantwoordelijkheid jegens de maatschappij opnamen [4]. Leiders in deze zin van het woord, voelen zich trouwens vaak tweeslachtig, schizofreen: op het werk gaan ze ogenschijnlijk voor de centen, niet meer of niet minder, terwijl ze diep vanbinnen beseffen hun zingeving kwijt te zijn [5].
Dit alles had ook een weerslag op het wetenschappelijk onderzoek omtrent leiderschap, waarbij men ook op zoek ging naar de eigenschappen van de ‘Grote Voorbeelden’, de ‘Helden’ zodat deze zouden kunnen gekopieerd worden. Als we kijken naar de toestand van de wereld, dan kunnen we zien dat dit idee niet zo schitterend uitdraaide [2]…
De wetenschap is er ondertussen aan uit dat leiderschap niet moet bestudeerd worden om een exacte definitie ervan te krijgen en die definitie toepasbaar op iedereen te maken. Wetenschap behoort eerder te ontdekken wat goed leiderschap inhoudt, leiderschap dat borg staat voor het behalen van resultaten (effectief is) en geen kwaad te berokkenen, en het goede te doen (ethisch is) [6], [7].
Leiderschap gaat dus over gewone mensen, zoals jij en ik, die met een uitzonderlijke vastberadenheid gaan voor zingeving [1]. Leiders nemen eigenaarschap op wanneer onverwachte zaken zich aandienen [8], en zijn bijlange niet content meer met het handhaven van de status quo [9]. Leiders zijn mensen die reageren op bepaalde situaties en door wie ze zijn, door wat ze doen, ook anderen in beweging krijgen [10].
Leiderschap gaat over gewone mensen, zoals jij en ik, die met een uitzonderlijke vastberadenheid gaan voor zingeving!
"Leiderschap is een interactie tussen twee of meer leden van een groep die vaak een (her)structurering van de situatie en van de percepties en verwachtingen van de leden met zich meebrengt." zegt Bernard Bass, een baas wanneer het aankomt op het bestuderen van leiderschap [11].
We hebben dus nood aan meer leiderschap, deugdelijk leiderschap, en de oproep is niet nieuw!
We hebben leiders nodig die de manier waarop de maatschappij functioneert een positieve duurzame draai geven [12]. Authentieke leiders die, ondanks tegenkanting, niet content zijn met de status quo en het voortouw nemen om dit te doorbreken [13]. Leiders die voeling hebben met wat de maatschappij nodig heeft, niet vanuit hun ivoren toren dicteren, die met een serieus ethisch besef de maatschappij positief laten kantelen voor iedereen [14].
Ik hoop dat jij, beste lezer, ook zo’n leider bent.
Ik ben Vlaming!
Nu we deze misvatting uit de wereld hebben geholpen, wil ik op hetzelfde elan trachten een tweede storing aan te kaarten.
Als ik dan kijk in Vlaanderen, dan zie ik inderdaad mensen opstaan die op politiek niveau leiderschap opnemen, de zaken willen doen kantelen. Maar dan wel voornamelijk voor De Vlaming. Maar is dit het soort van leiderschap dat ik wil, het soort leiderschap waar ik achter sta?
Een Vlaamsch leider declameerde onlangs ‘De Vlaming komt tot volwassenheid’. Als ik zie met welke gretigheid het concept ‘Vlaming’ wordt gerecupereerd, dan vraag ik me af of zij die opkomen voor ‘die Vlaming’ niet eerder in hun pubertijd zitten. Als ik niet oplet, dan krijg ik soms schaamte om mezelf Vlaming te noemen. De harde, de Vlaanderen voor Vlamingen mentaliteit, de polarisering, is iets waar ik me absoluut niet mee wil vereenzelvigen.
Als Vlaming deed het me wel degelijk pijn wanneer ik een aantal jaren geleden in de luchthaven van Porto mijn terugvlucht via een cassettebandje niet in het Nederlands aangekondigd hoorde.
Laat me fiere Vlaming zijn, zonder dat ik de vlag van om het even welke groepering aan onze gevel drapeer
Als Vlaming doet het me wel degelijk pijn om in Brussel, of aan de Kust, uitsluitend in het Frans aangesproken te worden. Ik ben Vlaming, en daar ben ik fier op. Maar ik wil niet bulldozeren, niet ageren vanuit een diepgeworteld trauma dat ons als bevolkingsgroep waarschijnlijk meer eigen is dan we zouden denken. Laat me fiere Vlaming zijn, zonder dat ik de vlag van om het even welke groepering aan onze gevel drapeer.
Ik ben een Spiritueel wezen!
Ik ga van kwaad naar erger. Nu kom ik uit de kast. Ik ben spiritueel, en ik weiger dat nog onder stoelen of banken te steken. Waarom? Omdat ik zie dat spiritualiteit ook gekaapt wordt. Tien jaar misdienaar zijn heeft diepe sporen nagelaten, ik heb gevoeld wat zo’n hautaine inlijving tot gevolg kan hebben. Nooit meer…
Ik zie het nu bijvoorbeeld gebeuren dat spirituele mensen zich onaantastbaar weten voor dat virusje dat in onze wereld waadt. Dat zij hun trilling zodanig hoog brengen dat zij het buiten hun lijf kunnen houden. Dat zij immuun zijn. Dat zij neerkijken op mensen die wél omzichtig te werk gaan, en het ons zelfs nota bene vergeven dat wij ‘het licht’ nog niet gezien hebben. Dat zij geduld hebben, dat zij geduldig wachten tot het moment dat wij ook behoren tot de groep van ‘zij die wakker zijn’.
Ik heb zelf gezien en gevoeld wat de gevolgen zijn van de Covid Pandemie. Mijn halve trouwboek ook. Ik heb gezien wat het beestje met mensen doet, ook wat het doet met mensen die deze mensen verzorgen. Schrijnend.
Ik werk aan mijn immuniteit, dé oplossing volgens bepaalde uber-spirituelen. Ik weet dat bepaalde groepen wel degelijk lobbyen en grof geld verdienen aan wat er nu gebeurt. Ik weiger echter mij boven het menselijke te zetten, en te geloven in complotten allerhande.
De Oxford dictionary zegt dat spiritualiteit “de kwaliteit is van het bezig zijn met de menselijke geest of ziel in tegenstelling tot materiële of fysieke dingen”. Voor mij is spiritualiteit mijn niet aflatend zoekproces naar wie ik wil zijn in verbinding met deze maatschappij, vrij van dogma en religie. Het gaat dus over het nastreven van mijn dienstbare zingeving, en de parallelle ontdekking van wie ik écht ben.
Ik doe dit nu al vele jaren vanuit de traditie van sjamanisme, met dank aan Riet en Jos. Dat is niet woesjie woesjie, zoals Riet ons zegt: 'wat je niet in je achterkeuken kan toepassen, dient tot niets'.
Sjamanisme geeft mij een kader om aan zelfexploratie te doen. Zoals de wetenschap mij ook kaders geeft. Mijn spirituele beleving voedt mijn intuitieve zandbak, mijn wetenschappelijk onderzoek stilt mijn honger naar kennis. Beiden zijn nodig opdat ik jou een degelijke coachingstraject kan aanbieden. Het sjamanisme zoals ik dat beleef staat gelijk aan innerlijk leiderschap, en van daaruit de maatschappij dienen. Mijn missie is boodschapper te zijn. 'Boodschapper van wat nu ontdekt mag worden voor een zijn in balans'. En die balans is zoek, compleet zoek, omdat op de rola bola niet één persoon staat, maar op elke uiteinde staan mensen die heftig op en neer wippen.
Boodschapper van wat nu ontdekt mag worden voor een zijn in balans
Mei 68 kwam ik ter wereld, in de stad waar Daens zijn eerste vergaderingen had. Omdat ik geloof dat ik daar mijn zingeving uit haal om de maatschappij ten dienste te zijn, durf ik zeggen dat ik een Vlaams Spiritueel Leider ben. En daar ben ik fier op!
Ik heb er moeite mee dat bepaalde delen van mijn identiteit geroofd worden door brulboeien. Door mensen die het debat bepalen vanuit hun extremen. De grote middenmoot zwijgt. En dat is jammer. We hebben als Vlaming geleerd niet te fel boven het maaiveld uit te steken. We hebben geleerd dat iemand de wijste moet zijn. Die iemand die dan zwijgt, is meestal de meest empathische.
Het grote midden met een genuanceerde mening mag/moet leren zijn mond open te doen!! Volg mij aub hierin!!!
Referenties
[1] M. Kets de Vries, The Leadership Mystique, 2nd ed. Harlow: Prentice Hall, 2006.
[2] G. W. Fairholm, Perspectives on Leadership: From the Science of Management to Its Spiritual Heart. Westport: Praeger, 1998.
[3] R. A. Barker, “The Nature of Leadership,” Hum. Relations, vol. 54, no. 4, pp. 469–494, Apr. 2001.
[4] G. Deslandes, “In Search of Individual Responsibility: The Dark Side of Organizations in the Light of Jansenist Ethics,” J. Bus. Ethics, vol. 101, no. S1, pp. 61–70, Jan. 2012.
[5] R. Goffee and G. Jones, Why Should Anyone Be Led by You? What It Takes to Be an Authentic Leader. Boston: Harvard Business Review Press, 2006.
[6] J. B. Ciulla, “Ethics: The heart of leadership,” in Responsible Leadership, T. Maak and N. Pless, Eds. London: Routledge, 2006, pp. 17–32.
[7] J. B. Ciulla, “Leadership Ethics: Mapping the Territory,” Bus. Ethics Q., vol. 5, no. 1, pp. 5–28, Jan. 1995.
[8] P. Koestenbaum, Leadership, the Inner Side of Greatness. San Francisco: Jossey-Bass, 2002.
[9] P. Senge, “Leadership in Living Organizations,” in Leading Beyond the Walls, F. Hesselbein, M. Goldsmith, and I. Sommerville, Eds. New York: Jossey-Bass, 1999, pp. 73–90.
[10] E. I. Mostovicz, N. K. Kakabadse, and A. Kakabadse, “CSR: the role of leadership in driving ethical outcomes,” Corp. Gov., vol. 9, no. 4, pp. 448–460, 2009.
[11] B. M. Bass, The Bass Handbook of Leadership, 4th ed. New York: Free Press, 2008.
[12] C. Argyris, “Leadership, learning, and changing the status quo,” Organ. Dyn., vol. 4, pp. 29–43, 1977.
[13] B. J. Avolio and W. L. Gardner, “Authentic leadership development: Getting to the root of positive forms of leadership,” Leadersh. Q., vol. 16, no. 3, pp. 315–338, Jun. 2005.
[14] D. Bevan, H. Corvellec, and E. Faÿ, “Responsibility Beyond CSR,” J. Bus. Ethics, vol. 101, no. S1, pp. 1–4, Jan. 2012.
Comments